snoeken.reismee.nl

Mongolie en trans Siberie expres

Na een treinrit dwars door de Gobi woestijn, zijn we beland in de ‘Hoofdstad' van Mongolië; Ulaan Baatar (vroeger beter bekend als tentenkamp, groot tentenkamp, gigantisch tentenkamp en niet veel later heet het de Rode Stad). De bevolking schiet nog steeds fluimen voor je voeten maar in tegenstelling tot China, bevriezen ze hier direct en moet je oppassen dat je geen heup breekt...Zoals je zal begrijpen, het is hier koud!

Onze eerste missie was deze keer geen bezoek aan de Russische ambassade, maar overleven. Op naar de zwarte markt om een lekkere warme jas te scoren. Na een bontje van een onbekend beest te hebben gekocht, op naar het tweede doel: de Russische Ambassade.

Het is altijd lachen met die Russen.

Visa aanvragen worden alleen behandeld tussen 2 en 3 's middags. Rond half 2 sta je te wachten voor de dichte poort, samen met een paar andere lotgenoten. Deze lotgenoten werken niet bepaald geruststellend voor je gemoedstoestand. Enkele gehoorde quotes bij de ambassade:

  • - ‘Wij geven hier geen visa's af...Waar moet ik dan heen?....Ja, dat weten we ook niet. Kom morgen maar terug'
  • - ‘Waarom ga je niet gewoon terug naar Beijing?'
  • - ‘Het is 2 minuten over 3, we behandelen alleen aanvragen tot 3 uur. Kom morgen maar terug'
  • - ‘Je hebt de datum van morgen ingevuld op je aanvraagformulier. Kom morgen maar terug'
  • - ‘It's not possible'

Bij onze eerste poging kwamen we zowaar de ambassade in MAARRR aangezien ze maar 4 mensen tussen 2 en 3 helpen, realiseer je je al snel dat je de volgende dag ruim voor openingstijd , in de vrieskoud, buiten voor het hek moet staan. Een dag later hadden we meer geluk en kon onze aanvraag in behandeling worden genomen. Na een half uur lang nerveus voor een balie te hebben gestaan en een kruisverhoor verder, kwamen de verlossende worden:'It is possible...come back next week exactly at 12.20!'

Na een vreugdeshoarma te hebben gehaald, hebben we direct een 5 daagse tour geboekt door het binnenland van Mongolië.

De volgende dag kwam er geen 4 x 4 voorrijden maar een oude bus uit de Sovjettijd. Zodra je het gigantische tentenkamp uit bent, wordt al snel duidelijk dat je in het land zit met de laagste bevolkingsdichtheid ter wereld. De ene helft van de bevolking woont in de grote stad terwijl de andere helft nog in tenten leeft verspreidt door het hele land. Onderweg zie je een hoop...niks...Behalve wilde paarden, geiten, koeien, schapen en gigantische gieren, die elk zwak schepsel nauwlettend in de gaten houden. Tussen dit alles ‘rijdt' een gammel Russisch busje (ook omringd door gieren) op weg naar de eerste ger (tent).

Je zou denken, aangezien de nomaden al eeuwen zo leven, dat ze wel een systeem hadden bedacht om de tent efficiënt warm te houden. Helaas. Na een frisse nacht, waarbij je een aantal keren wakker wordt omdat je je ledematen niet meer voelt, met de bus verder gehobbeld naar de oude ‘hoofdstad' (beter bekend als het verlaten gigantisch tentenkamp). Voor we de bus uitgingen, konden we bijna al onze tenen weer voelen maar - 25 C en een sterke wind zorgden ervoor dat we al snel, met wederom gevoelloze tenen, weer in de bus zaten. Die avond bereikten we onze eindbestemming: White lake. De volgende dag hebben we de koud en wind per paard getrotseerd. Na een hoop gevloek op deze lieve paarden, waren we 3 uur later klaar met onze marteltocht. E had hulp nodig bij het afstappen, omdat hij dacht dat zijn benen in heel veel stukjes zouden breken. Na naast een kachel, die op geitenpoep brandt, te zijn neergezet, begon de mentale voorbereiding voor de nacht.

Na een volle dag gereden te hebben, kwamen we aan bij onze laatste tent. Na een heerlijke maaltijd volgde een ietwat onrustig nachtje. Het goed bereide laatste avondmaal kwam er bij iedereen weer aan de verkeerde kant uit. De rondlopende hond maakte hier dankbaar gebruik van, eindelijk eens iets anders dan zand en gras te eten...

Na 300 km terug te hebben gehobbeld, met een uiterst zwakke maag, waren we terug in Ulaan Bataar. Na 2 dagen structureel elke Mongoolse maaltijd te hebben ontweken, begon onze tocht naar Moskou met de trans Siberië expres.

In deze trein hebben we onze coupe gedeeld met een stelletje sumoworstelaars, variërend van half naakt tot naakt. Terwijl op de gang dronken Mongolen rondlopen variërend van ontzettend bezopen tot ik-heb-zeer-binnekort-een-nieuwe-lever-nodig. Het compartiment rechts van ons is veranderd in een opslagplek van nepkleding en andere illegaal smokkelwaar. Aangezien wij ons compartiment deelden met één van deze smokkelaars, hebben wij naast onze vodka en worst, spullen in onze tas zitten die we nooit eerder gezien hebben en sliepen wij op mooie berenvelletjes die daar niet hoorden te zitten.

Tijdens de grenscontrole begint de halve coupe zenuwachtig te ijsberen op de gangen en hier en daar worden haastig wat tassen doorgegeven en weggetoverd. Na de 6 uur durende grenscontrole (de Russen zijn om onverklaarbare redenen ietwat achterdochtig) werd alles weer tevoorschijn gehaald en op de tussenliggende stations verkocht. Gelukkig duurt de smokkelexpres slechts 5 dagen non-stop. Op dag 3 verloor één van de ‘slanke' Mongoolse dames haar zelfbeheersing toen ze F zag. Met als gevolg dat F's kledingstukken in het rond vlogen, ondertussen had E weer last van zijn maag gekregen bij het aanschouwen van dit tafereel. Na een aantal onrustige dagen kwamen we eindelijk in Moskou aan!

Moskou is nog steeds de stad van het communisme. Op alles wat uitsteekt zit een rood sterretje of een hamer & sikkel geplakt. Midden op het rode plein ligt de opper communist en grote leider: Lenin (Stalin wou hier graag naast liggen maar is later weggehaald). Na een dag sight seeying hebben we 's avonds de reis afgesloten met goedkope vodka op het rode plein. Echter werden we hier weggestuurd door een vrolijke rus: NJETT!

Het is altijd lachen met die Russen.

Inmiddels zijn we weer thuis en bereikbaar. Ons rondje Cebu - Moskou is voltooid. Bedankt voor het meereizen en het plaatsen van de leuke reacties. We hopen jullie snel weer te zien.

Tot slot de laatste statistieken:

F gevallen: 6 (een Russische rochel)

E gevallen: 5

Schone onderbroeken: een hele kast vol

Groeten

F en E

China

Daar zijn we weer! Nog even volhouden, de reis zal niet lang meer duren. Tijd voor China!

China het land van het communisme, het strenge regime, de onderdrukte bevolking, gigantische staalfabrieken en nog grotere luchtvervuiling. Althans dat dachten we...

China is het land van de gigantische moderne steden, neon-verlichting, zeer vriendelijke ‘doch erg veel rochelende' bevolking en het land van de olympische spelen.

Om ons reislog een beetje fatsoenlijk te houden, zullen we het niet gaan hebben over een aantal Chinese gewoontes. Dat deze jongens van snurken, smakken en slurpen houden is tot daar aan toe. Dat ze hun behoefte doen in het gangpad van de trein, doet onze wenkbrouwen fronzen. Dat er uur later op dezelfde plek een oude man ligt te snurken op een krantje vinden we ietwat apart..Kan je door Hanoi niet lopen zonder een toeter te horen, in China gaan er gaan 30 seconden voorbij zonder dat er een fluim voor je voeten wordt geschoten. Dit en meer gaan we het dus niet over hebben.

Onze reis ging per trein vanaf Hanoi naar Macau ‘het Las Vegas van het oosten' , gelegen aan de zuid-kust van China. Deze voormalige portugeze kolonie valt niet onder de wettten van China, en dat is te zien. Aangezien het in China en het nabij gelegen Hong Kong verboden is om te gokken. Wordt hier het ene na het andere casino uit de grond gestampt.

Overdag ziet het er niet bepaald geweldig uit, s' nachts wordt het helemaal goed gemaakt. Na een nieuwe outfit te hebben aangeschaft (schoenen) zijn we een avondje gaan gokken (er is vooral genoten van de gratis shows). De volgende dag zijn we met onze ‘winst' een ijsje gaan halen in Hong Kong.

Hong Kong is gebouwd rondom en op een heuvel. Hierdoor heb je een mooi uitzicht vanaf Victoria's Peak, tenminste als de smog weggetrokken is. Na een dagje sight seeing (ze hebben hier de langste roltrap ter wereld!), kwam het hoogtepunt ‘s avonds
Om een uur of 8 begint de ‘symphony of light', een lichtshow gegeven door de skyline van Hong Kong. Erg gaaf om te zien, vooral het begin waarbij de deelnemende gebouwen worden voorgesteld.

Na al het erg vermoeiende gereis (ja, we hebben het erg zwaar), was het tijd om te relaxen. Op aanraden van Yoko en Marcel zijn we naar Queen Spa & Dining gegaan in Shenzhen. Deze plek is erg..apart. Vermoedelijk werkt een kwart van de chinese bevolking hier. Dit houdt in dat je om de 5 meter weer in je nakie staat om vervolgens in een nieuwe pakje gehezen wordt door 7 chinezen. Het is onmogelijk om hier verkeerd te lopen, letterlijk in elke hoek staat iemand je de weg te wijzen. De eerste 3 uur word je hier helemaal gek van maar als je begrijpt hoe het werkt, kan het relaxen beginnen. We konden hier 24 uur genieten van een groot aantal relaxbaden, full body massages (je kon je eigen masseusse uitkiezen via de comp!), gratis ijs en fruit, heerlijk eten en een zacht bed voor de prijs van 25 euro p.p.

De volgende dag zijn we wederom met de trein verder gereisd naar Shanghai (22 miljoen mensen). Je kan in deze stad goed het verschil zien tussen het oude en nieuwe gedeelte van de stad. Vanaf de zogenaamde Bund (straat), heb je aan de ene kant uitzicht op de koloniale gebouwen en aan de andere kant van de rivier staat het nieuwe Shanghai met wolkenkrabbers tot 460 meter en de Maglev trein. Laatstgenoemde schiet met een snelheid van 431 km/h vanaf het vliegveld naar het centrum, 30 kilometer binnen 8 minuten.

In China is het mogelijk om de pandabeertjes (het zijn geen echte beren) te zien. Hiervoor zijn we naar de Shanghai Zoo geweest. Naast honden in kooien, hebben ze hier dus ook een stel panda's. We gaan niet vertellen hoe schattig en lief ze zijn, want die luie beesten doen niks anders dan eten en slapen. Op een aantal flinke gapen na, zat er geen beweging in te krijgen. Altijd leuk die panda's.

Na Shanghai was Xi'an aan de beurt. Weer een onbekende Chineze plaats met een flinke muur eromheen, maar wat hier te vinden is zal bij velen een belletje doen rinkelen. Een boer is tijdens zijn eindeloze quest naar water in 1974 op het welbekende Terracotta leger gestuit (er gaan geruchten de ronde dat de boer nog steeds naar water zoekt). Dit ‘8e wereldwonder' is meer dan 2000 jaar verborgen geweest en bestaat uit vele duizenden soldaten. Men claimt dat elke soldaat uniek is, wij zien nog steeds weinig verschil tussen alle aziaten op straat....

Het leger is waarschijnlijk gebouwd om de toemalige keizer, die onder een grote heuvel even verderop ligt, te laten door regeren in het hiernamaals. Erg indrukwekkend zoals het er nu bijligt en dan te bedenken dat ze nog steeds bezig zijn met de opgravingen.

Vanaf Xi'an zijn we per trein vertrokken naar Beijing. Waren de andere treinritten erg relaxed, deze keer kwamen we gebroken aan. De naam hard seater is gerechtvaardigd, we zaten op een niet al te zacht bankje tussen de rochelende locals waarbij het onmogelijk is om te slapen (en we zijn inmiddels toch best geoefend).

Beijing is een stad vol met oude en nieuwe bezichtigingen. Op ons lijstje stonden:
- Het zomerpaleis
- Verboden stad
- Tianmen Square
- Het olympisch dorp
- De temple of heaven
- Een of andere oude muur

Het zomerpaleis was het optrekje van de keizer in, de naam zegt het al, de winter. Gelegen aan een groot meer, konden we ons best voorstellen dat de keizer dit plekje had uitgekozen.

Op Tianmen Square blijkt dat de chinezen, naast een muren fetisj, ook erg gevoelig zijn voor grote pleinen. Op Tianmen Square hangt het welbekende portret van de voormalige leider Mao Zedong (wie??), achter dit portret begint de verboden stad. Een ander optrekje van de keizer, gebouwd rond 1400. Wagenborgen past hier 8 keer in..

Het olympisch dorp ligt in het noorden van de stad en hier zullen jullie ongetwijfeld meer van hebben gezien dan wij. Ook al zijn de spelen over, overal in de stad vind je nog plaatjes, posters en filmpjes van de spelen. Ze zijn er erg trots op, en terecht, het ziet er prachtig uit. Echter, het is onduidelijk wat hier stond voor de spelen begonnen (vast geen ongebruikt stuk weiland)..

Temple of Heaven willen wij graag omdopen tot Temple of disappointment. Na het kopen van een kaartje, mag je de eerste muur passeren, twintig meter verder stuit je opnieuw op een muur met een kaartjesverkoper ernaast...Hier zijn wij niet van gediend (en ons geld was op..). Wij zijn demonstratief in het park gaan liggen...

Aangezien ons kapot verveelden en nog wat uurtjes moesten doden, hebben we de bus genomen naar een of andere muur. Men beweert dat deze ‘great wall of China' te zien is vanaf de maan. Mocht je iets zien, dan is het zeker niet de muur maar waarschijnlijk een horde toeristen. De chinese muur is 1 van de 7 nieuwe wereldwonderen en met een reden; de lengte van deze draak is niet te bevatten.

Momenteel zitten we tussen de Mongolen (kom maar op met die flauwe grapjes) (Victor..). Het is hier hier koud en we zitten zonder jas. Morgen gaat onze zoektocht naar het russiche visum verder...

Groeten van twee mongolen (we zijn je voor V)
E & F

Vietnam

Hallo fans!

Morgen zullen we Vietnam verlaten, dus hier is de update voordat we weer 3 landen achterlopen....Onze reis begon in Ho Chi Minh City, lokaal bekend als Saigon. Het laatste zuid-oost Aziatisch land. In vergelijking met de andere landen is het same same but different. Te beginnen met het verkeer. Het is hier druk, heel erg druk. Een busreis op hetzelfde traject kan varieren tussen de 3 en 12 uur afhankelijk van het verkeer. De straat oversteken doet ons denken aan het spelletje Frogger, één verkeerde stap en ze kunnen je van de straat af peuteren.

Vanwege de grote gezelligheid op de weg, leek het ons een goed idee om een auto aan te schaffen. Echter vanwege de vele verkeersslachtoffers, mogen alleen de vietnamezen slecht overstekende buitenlanders aanrijden. Ter compensatie kan je ‘gratis' het land door per bus. Met een open bus ticket kan je zelf bepalen waar en hoelang je ergens wil blijven.

Dit is allemaal bijzaak. Onze missie in Vietnam was (en is) visa scoren! Op ons verlanglijstje stonden (en staan): De Russische, Chinese en Mongoolse. Onze eerste poging in Ho Chi Minh City voor ons Chinees visa, 3e poging in totaal, eindigde opnieuw in een teleurstelling. Nadat de bewaker met zijn machinegeweer vriendelijk duidelijk maakte dat we NIET naar binnen konden, vanwege opnieuw een of andere Chinese feestvakantie, dropen we weer af. Op naar de Russische ambassade. Helaas, te laat. Volgende dag, tot onze verbazing was hij deze keer echt open. Eenmaal binnen, kregen we na 5 minuten het volgende antwoord: ‘Izsjh not poshzible' (Russisch voor niet mogelijk). Samengevat, niet bepaald een succesverhaal maar misschien zijn hun broeders in Hanoi gunstiger gestemd.

Om een of andere reden is er in Vietnam geen oud gebouw te vinden, met name in het zuiden en midden van het land. Alles wat er nog staat vanaf 1970 wordt als oud beschouwd. Tijdens de oorlog hebben alle ‘crazy American devils' namelijk alle kindertjes vermoord en alles opgeblazen maar gelukkig is het zuiden bevrijd door het noorden. In onze geschiedenisboekjes staat dat het zuiden bezet is door het noorden in een poging het kapitalistich gebroed uit te roeien. Het is maar net hoe je het bekijkt.

De restanten van de oorlog zijn nog makkelijk te vinden. Een goed voorbeeld zijn de Cu Chi tunnels. Een gangenstelsel van meer dan 200 km die onmogelijk te vinden bleek te zijn. Het enige stukje waar je als (slanke) westerling doorheen past, is vergroot voor de toeristen.

Na Ho Chi Minh zijn we vertrokken naar Mui Ne. We vroegen ons af waarom alle guesthouses zich minstens 3 km buiten het dorp bevinden. De volgende ochtend werd deze vraag beantwoord: Mui Ne is een dorpje waar de kost wordt verdiend met vissen en dat vermoeden wordt bevestigd als je je op 1 km buiten het dorp bevindt. Alles ruikt er naar vis en al het eten, ongeacht wat het is, smaakt naar vis.

De volgende stop in Vietnam is Na Thrang. Een toeristisch kustplaatsje aan de Zuid-Chinese zee waar naast een grote Buddha op een heuvel niet veel te zien is. We hebben hier een boottochtje geboekt naar de omringende eilanden. Op de boot werden we vermaakt door een Cambodjaan die uit elk land een liedje kon zingen. Na luidkeels een potje met vet te hebben gezongen en goedkope wijn te hebben gedronken in een tube zijn we afgereisd naar Hoi An.

Hoi An is speciaal. Ze hebben daar namelijk in de buurt iets heel bijzonders ‘staan'. In de 4e eeuw, toen Vietnam nog rijk en machtig was, hebben ze hier een aantal grote tempels uit de grond gestampt, genaamd My Son. De Vietcong heeft dit stukje historisch erfgoed gebruikt als basis tijdens de oorlog. Tegenwoordig kan je naast een paar stapeltjes stenen van 1.5 m ‘hoog', b-52 bommenkraters van minimaal 3 meter diep aanschouwen. Besef wel dat deze steentjes er al in de 4e eeuw lagen..

Het centrum van Hoi An is bijna net zo indrukwekkend als My Son. In deze voormalige handelsplaats zijn de Japanse en Chinese invloeden duidelijk terug te vinden. Vooral bij nacht zien de met gekleurde lantaarns verlichte steegjes er prachtig uit. Tegen de tijd dat we Hoi An verlieten, begon het zachtjes te regenen.

Eenmaal in Hue aangekomen, was het druppen overgegaan in flinke regen. Deze plek is de voormalige hoofdstad van het rijk toen het land nog werd geregeerd door keizers. Naast paleizen, zijn ook de graftombes van de voormalige keizers te bewonderen. Het enige probleem is dat niemand weet waar ze zijn, want ze zijn gestolen of niet te vinden. Het plan was om de tombes per boot te bezoeken. Helaas ging dit niet door, de boottocht werd afgezegd omdat er namelijk teveel water aanwezig was. Achteraf bleek dat er een tyfoon langs Vietnam aan het razen was die het slechte weer verklaarde. Op naar het noorden van het land.

Wat konden we ook alweer in het noorden doen? Ow ja...in de hoofdstad ( Hanoi) zitten alle ambassades! Na de openingstijden gecontroleerde te hebben, zijn we met goede moed naar de Chinese ambassade gegaan. Zowaar geen feestdagen maar toen we na een uur wachten voor aan de rij stonden, bleken er kledingvoorschriften te gelden voor blanke mensen. Voor de duidelijkheid...slippers zijn verboden. Hetgene dat wel mag, is in veeeels te kleine damesschoenen naar binnen strompelen. Onze ‘bloedcirculatie' naar onze voeten begint langzaam weer een beetje op gang te komen maar het belangrijkste is, we hebben onze eerste visum op zak!

De Russische ambassade bleek een ander verhaal. Op de plek waar de ambassade, volgens de officiele site, hoort te zitten, kan je in plaats van een Russisch visa gefrituurde hond krijgen. Op de plek waar het Russich consulaat hoort te zitten, kan je onderdelen kopen voor je oude fiets...

Tijdens het sight seeing blijkt dat het wel mogelijk is Rusland in te komen zonder visum. Ene meneer Ho Chi Minh, gaat elk jaar 3 maanden naar Rusland voor onderhoud. Zijn mausoleum is tijdens deze periode leeg.

Om de hektiek van de stad te ontlopen, is Halong Bay een uitstekende keuze. Deze baai is bezaaid met indrukwekkende rotsformaties. Na een nacht op een boot zijn we naar Cat Ba gegaan. Dit is het enige bewoonde eiland in Halong Bay. Na twee daagjes te hebben gerelaxed zijn we weer terug gegaan naar Hanoi.

Hier hebben we definitief afscheid genomen van ons reisgezelschap. Wij hadden nog een andere missie te vervullen: de Mongoolse ambassade. Na een verrassend korte zoektocht en verrassend duidelijke regels zijn we in het bezit van ons Mongoolse visum. Twee van de drie visa beschouwen we als een vette voldoende.

Tijdens het wachten voor ons visum zijn we naar Ninh Binh gegaan. In de buurt van Ninh Binh zit Tam Coc, beter bekend als het Halong Bay van de rijstvelden. Hier hebben we een leuk boottochtje gemaakt door het schitterende landschap. Ook in de buurt zit een eeuwenoude stad vol met indrukwekkende gebouwen. Helaas is deze stad onvindbaar... Na een aantal uren tussen de rotsen te hebben gereden, hebben we onze zoektocht opgegeven.

Gister zijn we met Marcel en Yoko (oom en tante van E) uit eten geweest. E is nog steeds verbaasd om ze hier in Hanoi te hebben ontmoet.

Morgen gaan we beginnen aan onze reis door China. Hong Kong here we come!

Statistieken:

Aantal Chinese ambassades bezocht: 5

Aantal Russische ambassades bezocht/gevonden: 2

Aantal keer weggestuurd bij ambassades: 8

Aantal bruce films gekocht: 25

Aantal Ziekenhuizen bezocht: 2 (F heeft al 3 weken lang een vleesetende bacterie op zn been (nee niet serieus, mam))

Tot slot willen we Ed en Anneke nog even bedanken voor de extra fotoruimte! We kunnen weer een tijd vooruit.

Groeten uit Vi(sa)et Nam

Frank Dimitri Kalashnikov

Erwin Boris Hiddink

(misschien dat we nu makkelijker de machtige Federatie van Rusland binnen komen)

Thailand, Laos en Cambodja..

Waar waren we gebleven? Kuala Lumpur ingeruild voor Bangkok. Momenteel zitten we in Vietnam dus de hoogste tijd voor een broodnodige update van Thailand, Laos en Cambodja.

Bangkok, hoofdstad van het land van de lach, althans dat beweert men. Wij zien dat toch echt ietsjes anders. Het eerste land waar je wordt uitgescholden op het moment dat je iets weigert te kopen ‘fuck you ladyboy', het land waar men probeert de minister president te verwijderen en een aanzienlijke kans bestaat om op een willekeurig tijdstip in je ballen gegrepen te worden door een meid die klinkt als een kerel (die gaybars in de Filipijnen waren zo gek nog niet). Klinkt beroerd maar gelukkig was het ‘toeristenweek', boffen wij even..

Wat houdt dit precies in? Een tuk-tuk driver rijdt je zo goed als gratis langs alle bezienswaardigheden in Bangkok. Maarrr dan zie je wel een paar plekken die je niet op de kaart hebt aangewezen. Wij zijn de beroerdste niet, we willen best een babbeltje maken met; kleermakers, reisbureaus en de Tourist Authority of Thailand (T.A.T).

Bij laatst genoemde werkt(e) een vriendelijke jongedame, met meer dan 10 jaar ervaring in de toeristenbranche. Ze raadde ons aan, Bangkok zo snel mogelijk te verlaten, naar het noorden te gaan, vooral NIET naar Laos vanwege recente overstromingen, een dure V.I.P. bus terug naar Bangkok terug te nemen, om vervolgens via Bangkok te verdwijnen in Cambodja (uiteraard met V.I.P. bus). Klinkt prijzig? Dat was het ook. De T.A.T-dame dacht hier anders over ‘I've been to your country and paid 60 euro for one night..THAT IS EXPENSIVE'! Hier zijn we het volledig mee eens, maar het ligt niet in onze macht om dit te veranderen. Toen ze door kreeg dat ze aan ons niks kon gaan slijten, barstte de bom. Enkele quotes: ‘I hate tourists, GO TO LAO AND DIE'. Einde gesprek, welkom in Thailand, het land van de lach (we hebben er erg om gelachen en de tuk-tuk was inderdaad gratis).

Gelukkig is de rest van Bangkok anders, zo kan je, als je een willekeurige straat inloopt, 1000 agenten tegenkomen die jurkjes en tasjes aan het shoppen zijn. Zodra je voorbij loopt lachen ze vriendelijk. Als je een andere straat inslaat, in Bangkok, kan je worden uitgenodigd om mee te marcheren naar de Engelse ambassade ‘just for fun' en wees gerust, je zal niet de enige zijn. Kom je beide groepen apart tegen, dan zijn ze heel vriendelijk. Op het moment dat ze elkaar tegenkomen halen ze het 8 uur journaal in Nederland, in Bangkok is alles mogelijk.

Niet alleen buiten wordt geknokt, ook in de ring worden rake klappen uitgedeeld. Nationale volkssport:rellen ehm Muay Thai beter bekend als thaiboxen. De sfeer in het stadium is dubieus, er is van alles gaande op de tribunes, veel gejoel en handgebaren terwijl 2 jongetjes (gewichtsklasse 40 kg) op elkaar staan in te meppen. De andere nationale volkssport: ‘tafeltennis' (en ja ze kunnen echt alles, en dan niet alleen met pingpongballen; scheermesjes, meters lange slingers, en nog veel meer...)

Na bangkok, zijn we naar het noorden getrokken, Chiang Mai. Chiang Mai staat bekend als een uitstekend uitgangspunt om native hilltribes te bezoeken (het is echter de vraag hoe native het nog precies is, ze zijn namelijk erg goed voorbereid op de komst van toeristen). Het bergachtige noorden van Thailand hebben we verkend per scootertje. Op een schuiver van E na, 8 euro schade en een aantal prachtige schaafwonden, genoten van de uitstekende wegen!

Behalve het land van de glimlach, is Thailand het land van de olifant. Het enige probleem is dat de olifant dezelfde rechten heeft als de gemiddelde doorsnee kip (lees: geen rechten). Je kan gerust stellen dat de Thai en de olifant niet in harmonie met elkaar leven. Dit beeld is terug te vinden in het olifanten opvangcentrum even buiten Chiang Mai. Geterroriseerde olifanten kunnen hier tot rust komen.

Na Chiang Mai was Pai aan de beurt. In Pai valt eigenlijk niks te doen. Aangezien er niks te doen valt, valt er ook niks over te schrijven. Tot zover Pai (we hebben Terminator 1 en 2 gezien..)en op naar Chang Khong.

Vanaf Chang Khong zijn we de grens over gestoken naar Laos, om vervolgens per slowboat de Mekong rivier af te zakken naar Luang Prabang. Op deze boot hebben we een Amerikaan, 2 Britse en een Ierse dame ontmoet, waar we onbedoeld samen mee hebben gereisd tot aan Vietnam (dit is waarschijnlijk de oorzaak dat we 3 landen achter liggen met onze web-log).

Laos is something else. De mensen hier leven primitiever dan de ‘natives' in de bergen van Thailand. Het land is verrassend genoeg schoon, communistisch, spot goedkoop, elektriciteit tussen 18.00 en 22.00 en beerlao bezit een monopolie (het is de enige reclame die je daar zult tegenkomen). Vergeleken met hun buurlanden loopt Laos ietwat achter, vermoedelijk door beerlao. Wil je ergens heen, dan zal je eerst op zoek moeten naar de bestuurder die ergens in een hangmat ligt te slapen. De bevolking heeft hier vrede mee en terwijl ze vooral aan het relaxen zijn, wordt er ook hard gewerkt, in plaats van 6 pinautomaten zijn er nu minimaal 10 in het land te vinden.

Een ander belangrijke eigenschap van Laos is de nachtklok. Om half 12 stipt, sluit alles en mag je niet meer op straat zijn. In Luang Prabang hebben ze hier een oplossing voor gevonden, the bowling alley. Zodra dit je de eerste keer wordt aangeboden door een tuk-tuk driver, verwacht je te worden afgezet in een donker steegje waar je nog wat biertjes kan drinken. Wat je vooral niet verwacht is dat je wordt afgezet bij een hypermodern bowlingcentrum waar, voor Laoze maatstaven, een flink feest gaande is. Het zou ons niks verbazen dat de lokale politie meedeelt in de winst, door simpelweg weg te blijven.

Na Luang Prabang, een busrit door een werkelijk schitterende omgeving, aangekomen in Vang Vieng. Hier nader kennis gemaakt met de term tuben. Je wordt een paar kilometer stroomopwaarts gebracht, om vervolgens in een band het stuk terug te ‘tuben'. Onderweg (lees om de 10 meter), word je naar binnen getrokken bij een bar om vervolgens naar de volgende bar te tuben. Na 3 barren (voorzien van touwen waarmee je het water in kan slingeren), 4 uur later, ben je nog geen honderd meter verder. Elk jaar sterven enkele mensen aan het fenomeen tuben. E had een bijna doodervaring toen een beschonken iets (vermoedelijk gewicht 160 kg), met een touw uit de lucht kwam vallen op E's tube. De tweede dag hebben we een kajak gehuurd en voor de verandering wat grotten verkend.

Na Vang Vieng, tijd voor de hoofdstad van Laos. Tja, laten we het maar een dorp noemen. Per scooter zijn we naar het buddhapark gegaan, waar verrassend genoeg een aantal buddha's te vinden zijn. Wat je vooral niet moet doen in Vientienne, een eenrichtingsstraat aan de verkeerde kant inrijden. Meneer agent, ligt in een hangmat verstopt, blanke te spotten die het wagen de straat in te rijden. F dacht een stukje af te snijden maar werd op heterdaad betrapt. Of F en bijrijder wel even mee wouden komen naar het politiebureau om een boete van 70.000 kip te lappen. Een donker steegje, 50.000 kip later (studentenkorting) en een tevreden agent ging de reis weer verder, op naar Pakse. Het openbaar vervoer is elke keer weer een verrassing, deze keer 16 uur lang gezelschap gehad van zakken vol ui of knoflook...

Dit gebied staat bekend om het Bolaven plateau, er zijn veel koffieplantages en watervallen te vinden. Na een dag watervallen, was het plan om de volgende dag in alle vroegte (niet ons idee) nog meer watervallen te gaan bekeken. Na 30 km, per scooter, vonden wij dat er al genoeg water was gevallen, zonder nog maar 1 waterval gezien te hebben, en zijn we weer terug gereden door het vallende water.

Om Laos af te sluiten, 4000 islands. We hebben het dan nog steeds over de Mekong rivier. Ter informatie, deze rivier stroomt van China, door Laos, door Cambodja, Vietnam in. Dit stuk van Laos is Gratis. We hadden al eerder kennis gemaakt met het laagseizoen van Laos ‘Free Beerlao, Free Lao Lao, Free whiskey Lao, Free Lao girls' en ook hier zaten ze te springen om toeristen. De prijs van een appartement aan het water van de Mekong, inclusief hangmat, is belachelijk (1 euro voor 2 personen).

Op deze eilanden voor het eerst weer op een fiets gezeten, op zoek naar de zeldzame Irriwaddy dolfijnen. Geen wonder dat deze beesten bijna uitgestorven zijn, ze zijn lelijk! We hadden niet verwacht dat we ze zouden zien, maar, na een illegale grensovergang naar cambodja, hebben we ze alle 12 gespot.

Over grensovergangen gesproken, hier in het zuiden van Laos bestaat geen officiele grensovergang met Cambodja. Bij deze onofficiele grenspost moet je af en toe onofficiele bedragen betalen, voor onofficiele redenen, om Laos uit te mogen en Cambodja in te komen.

Tot slot Cambodja. In tegenstelling tot Laos, is Cambodja in beweging en dat is te ruiken ook. Bij de eerste busstop, komen vage Filipijnse herinneringen weer boven van bulten afval naast de weg. Ook het verkeer neemt naar aziatische maatstaven een andere vorm aan. 50 chinezen smokkelen in een vrachtwagen? Dat past makkelijk in en op een minibusje samen met 2 scooters en 3 dozijn kippen.

In de hoofdstad, Phnom Penh kom je in aanraking met de dubieze geschiedenis van het land. Van 1975 tot 1979 heerste hier het Khmer rouge regime onder leiding van Pol Pot. Deze verlichte persoon had het idee om de sociale orde om te draaien. Ongeschoolden werden de leiders, en alles en iedereen die ze eigen naam kon spellen, werd vermoord. Iets buiten Phnom Penh zijn de killing fields te vinden. Zoals de naam doet vermoeden, werd hier, tijdens de hoogtijdagen, 300 mensen per dag vermoord en in massagraven gedumpt (1.7 miljoen mensen zijn omgekomen).

De Cambodjanen geven dit stukje geschiedenis op een apart manier weer, verwacht geen feiten te vinden maar er wordt ingespeeld op je emoties. Schedels worden tentoongesteld, bebloede kleding ligt op een bult en ze verontschuldigen zich voor het feit dat er niet meer gruwelijkheden te zien zijn ‘What happened here was more cruel than what the fascists did in Germany'.. Enough said. Als toetje S-21 bezocht, het bijbehorende martelcentrum.

The killing fields zijn niet de hoofdreden om Cambodja te bezoeken, iedereen komt voor het achtste wereldwonder; de perfecte Wat, Angkor Wat. Dit tempelcomplex is echter niet te bewonderen in de buurt van Phnom Penh, op naar Siem Reap.

Volgens de handleiding ‘Angkor Wat for dummies' ,heb je minstens een week nodig om Angkor Wat in al zijn glorie te kunnen bewonderen. Even voor de goede orde, het betreft hier niet 1 tempel, dit was 1000 jaar geleden de hoofdstad van het Khmer Empire. Geloof ons, dit hoeft je geen week te kosten, het kan best in 3 uur....

Na Siem reap, zijn we onze weg weer gegaan met zijn tweeen en bevinden we ons momenteel in Saigon te worstelen met onze chineze visa (er is altijd wel wat met die chineze jongens).

Tot slot de statistieken:
Tuk-tuks naar de KFC genomen.....: SCHAAM

Aantal chineze ambassades bezocht: 3

Aantal nieuwe onderbroeken: 2

Schwarzenegger films gekocht: 3

Bruce films gekocht: 4

Pensular Maleisie

Terugvliegen naar Maleisie voelde vertrouwd aan, geen zandweggetjes en volgepropte treinen, maar geasfalteerde wegen met goede busverbindingen. Na midden in de nacht aan te zijn gekomen in Kuala Lumpur, de volgende dag tijd voor sightseeing!

Het mooiste uitzicht van de stad is te bewonderen vanuit een grote televisietoren. Na hiervan te hebben genoten, de welbekende Patronas Towers bekeken.

Nu we de smaak van ontwikkeling te pakken hebben, op naar Singapore. Het is vreemd om in deze regio, met een hoop semi-ontwikkelde steden, een prachtige stad (tevens land) aan te treffen. Om verloedering tegen te gaan, hanteert de overheid strenge en soms ietwat belachelijke wetten. Denk hierbij aan het volgende, het is verboden om kauwgom te kauwen, taxi's mogen niet toeteren naar mensen, fietsen onder bruggetjes is niet toegestaan en eten en drinken in de metro is uit den boze.

Een enkele voetganger negeert het rode stoplicht (vaak toeristen..) en alleen een lefgozer durft afval op straat te gooien. De boetes zijn namelijk niet bepaald kinderachtig te noemen...

Behalve de boetes, zijn ook de prijzen van alcohol bevattende dranken om een beroerte van te krijgen (en dat al op deze leeftijd). Leuke barretjes, live muziek, een gezellige boulevard en...biertjes van 10 euro per stuk. Dat is wreed. Het budget hield het daarom, zelfs met droog staan, niet langer vol dan 2 dagen.

Na Singapore zijn we een paar dagen opgesplitst. F wou graag zweten in de jungle van Taman Negara, terwijl E de koelte van de Cameron Highlands op wou zoeken om vervolgens weer af te spreken in Kuala Lumpur.

Taman Negara

Na 8 uur in de jungle railway en 3 uur met de boot, kom je aan in het bekendste natuurreservaat van Maleisie. Taman Negara, een oerwoud van meer dan 100 miljoen jaar oud waar tijgers en olifanten nog steeds in het wild rondlopen.

Hetgene dat opviel was de enorme hoeveelheid Nederlanders die hier aanwezig waren. En dan vooral met georganiseerde reizen: 'Wij zijn van Fox reizen! Maak plaats in de boot, want wij zijn van Fox-reizen!'

In Taman Negara zijn verschillende activiteiten te doen. Van boomtopwandelingen van 45 minuten tot 9 daagse jungletreks. Ook kan je overnachten in uitkijkposten die strategisch bij beekjes en open vlaktes zijn neergezet om het nachtleven in de jungle te bewonderen. Het plan was om in zo'n post te gaan overnachten en dan degene die het verste weg was: 12 km (later werd verteld dat dit hemelsbreed gemeten is). Er werd gezegd dat de tocht naar de uitkijkpost 9 uur zou duren, dus uiteraard dacht F dit wel in 5 uurtjes te kunnen doen...

Het ietwat tegenvallende junglegevoel van Gunung Mulu, werd hier ruimschoots goedgemaakt. Geen strak aangelegde houten flonders, maar een dichtgegroeid pad, waar over boomstammen en door stroompjes geworsteld moet worden. En dit allemaal onder het genot van een zinderende hitte en veel, heel veel bloedzuigers. Aangezien het het regenseizoen was, waren deze jongens en masse aanwezig. Het was wel verteld dat ze zouden komen, maar zoveel waren er niet verwacht. Bij de eerste rustpauze ontstond dan ook lichte paniek toen ontdekt werd dat op elke sok minstens 10 van deze mormels zaten. Deze wormachtige beesten haken tijdens het lopen aan je schoen vast en kruipen omhoog, totdat ze vers bloed gevonden hebben.

Na de bloedzuigers verwijderd te hebben en de broekspijpen bij de sokken in te hebben gestopt ging de tocht verder. Enkele uren, vele liters zweet en nog meer bloedzuigers later aangekomen bij de uitkijkpost, die ook vol bleek te zitten met ongedierte van het ergste soort: Fox-reizen! Hier kon het tijgers en olifanten spotten beginnen! Echter het bleek een zeer bewolkte nacht te zijn. Hierdoor zag je niks op wat vuurvliegen na. Maar alleen de nachtelijke jungle geluiden maakten de toch al de moeite waard.

De volgende ochtend moest de tocht weer terug worden gemaakt. Dit was hetzelfde verhaal alleen ditmaal met blaren op de voeten van de vorige dag. Na nog een dag relaxen weer terug naar KL gegaan om daar E weer te ontmoeten.

Cameron Highlands

Deze hoogvlakte, 6 uur met de bus ten noorden van K.L., zou zo uit een of andere Disney-productie kunnen komen. De heuvelachtige omgeving is bezaaid met theeplantages (dit heeft inderdaad iets met die rare britten te maken), terwijl langs de kant van de kronkelachtige weggetjes veel strawberry, honey bee en butterfly farms ten vinden zijn. Dit zijn de perfecte ingredienten om de omgeving te verkennen met een scootertje!

In plaats van een groot wit kasteel zijn er her en der nog wat native villages te bewonderen. Met geld maak je deze mensen niet gelukkig. Het betekent namelijk dat ze 10 uur moeten lopen voor ze bij een winkel zijn (voor de mensen uit Groningen zou deze situatie bekend voor kunnen komen). Het is indrukwekkend om te zien hoe deze mensen leven van het regenwoud. Veel van onze westerse synthetische producten groeien hier ‘gewoon' in het regenwoud. Het is alleen de kunst om uit te vogelen op welke stukken boomschors en wortels je wel of juist niet moet kauwen. ‘Is something still standing?'...

In K.L. hebben we elkaar weer getroffen, waarna we naar het altijd veilige Bangkok gevlogen zijn. Momenteel zitten we in Luang Prabang (Laos) te genieten van de franse stokbroodjes.

Tot slot nog even een contactadvertentie:
E zoekt per December een kamer in Nijmegen. Alle reacties, ideeen, tips en vooral kamers zijn welkom.

p.s. oom Henk, wiens oom ben jij eigenlijk?

Indonesie

Na het bordje 'Nothing to declare' gepasseerd te hebben, zetten we voet op Indonesisch grondgebied. Om precieser te zijn we zitten op bali, het feestepicentrum van Indonesie. We besluiten neer te strijken in het kustplaatsje Kuta. Onze eerste missie is om 2 nieuwe camera's te scoren... Dit blijkt best lastig te zijn als de gemiddelde videocamera, ter grootte van een magnetron, trots in de etalage staat tentoon-gesteld.


'S avonds het nachtleven van Bali ingedoken. Dronken Australiers aan lichtmasten en
zwaarlijvige aziaten (in natte, strakke kleding) in kooien... Wat is dit?! Dit moeten de drukke jongens, die hier in 2002 en 2005 een aantal bommen hebben laten afgaan, ook hebben gedacht. In het centrum staat een gedenkteken waarop de namen van alle (200+!) slachtoffers staan vermeld.

Behalve lekker eten en biertjes drinken is Kuta uitstekend geschikt om te surfen. Anders geformuleerd, er zijn hier mensen die uitstekend kunnen surfen... Dat willen wij ook! Na 2 borden te hebben gehuurd en surfles te hebben afgewimpeld, zijn we dapper en vol zelfvertrouwen naar het strand gemarcheerd. Peddelen, op je bord gaan staan en vervolgens gave dingen doen, hoe moeilijk kan dat zijn? Na een uur 'surfen' werd er driftig gezocht naar
een EHBO-post... E vond het nodig, nadat hij verslagen was door een 'woeste' golf, zijn achtervolgende surfbord weg te koppen.

Na 3 dagen Kuta en een waarschuwing van een zenuwachtige Koreaan 'I'm gonna leave as fast as I can!' later, besluiten we te vertrekken. Hij wist ons na een telefoongesprek met zijn moeder, oma,zusje, moeder en nog eens moeder te vertellen dat er nieuwe bomaanslagen aan zaten te komen.

Na door vermoedelijk de lelijkste hoer te zijn weggejaagd uit Kuta, 'no...no!...NOOOO!!, NO SUCKY, SUCKY!!!!' zijn we afgereisd naar de Gili eilanden, gelegen in de buurt van Lombok. Het is algemeen bekend dat er op deze eilanden geen politie aanwezig is. Waar stelletjes vaak worden lastig gevallen met kraaltjes, kettinkjes (ja heus je schrijft het zo) en andere rotzooi... ehm prachtige souvenirs, hadden wij de taak onze kamer druks (ja heus je schrijft het zo...) vrij te houden, 'no smokey, smokey'.

De Gili's zijn naast relaxen uitermate geschikt om te duiken en snorkelen. Dit laatste hebben
we dus ook gedaan (zo lastig was de keuze niet aangezien we geen duikbrevet hebben). Voor een groot deel van de groep was de lol er snel af nadat een jochie gillend boven kwam met een gezellige kwal op zn schouder. In tegenstelling tot 90 procent van de groep, maakte de gids geen aanstalte terug te gaan naar de boot. Door in het water te blijven heeft F twee zeeschild-padden gezien, terwijl E telkens te laat was maar wel weet hoe een kwal aanvoelt. Na, een inmiddels geheel relaxte Koreaan te hebben gewaarschuwd voor aankomende aanslagen, hebben we de Gili's ingeruild voor een boot/bus/boot/bus/boot-tocht; opweg naar Labuan Bajo.

Vanaf hier is het een korte 'trip' naar Komodo of Rinca. Misschien dat er bij bepaalde lezers een lampje gaat branden bij het lezen van het woord Komodo (is dit niet het geval, geeft niks, gewoon stug doorlezen). Dit is inderdaad de thuishaven van de Komodovaranen. Deze beesten bezoeken is lastiger dan gedacht. Het is een vorm van Russisch roulette welke boot in staat is er te komen. Na een flinke misser, de olie liep uit de motor, hadden we de volgende dag meer geluk.


Als je eenmaal op het eiland bent is het niet moeilijk om deze draken te spotten. Ze worden tussen de 3 en 6 meter lang en jagen voornamelijk op herten, buffels en slappe soortgenoten. Als je als boedhist reincarneert als buffel op Rinca dan heb je in je vorige leven echt iets goed fout gedaan...

Ons volgende plan is het kloppende hart van Indonesie te bezoeken; Java! Om hier te komen: non-stop, boot/bus/boot/bus/boot/bus/boot/bus (E ondergekotst, F zag hier de humor wel van in), 48 uur later in Probolingo aangekomen. Na een rustdag Gunung Bromo bezocht,
een prachtig vulkanistisch landschap.

Vervolgens afgezakt naar Yogyakarta, dit keer niet met de bus, er rijden namelijk treinen op Java! We waren echter niet voorbereidt op hetgene dat voor onze neus stopte. Misschien had er een belletje moeten gaan rinkelen dat deze rijdende logistieke ramp slechts anderhalve euro kost voor een reis van 10 uur. Het volgende is in de trein gespot: een aantal muziekkorpsen,
'blinde' muzikanten die opvallend lang stil stonden voor de blanke reizigers, beenloze vloervegers en het halve assortiment van de gemiddelde AH. Dit circus schuurt zich een pad door de reeds volgepropte wagon en alles speelt zich af bij een temperatuur van 30+ graden. Maar het kaartje was wel heel goedkoop...

In Yogya hebben we flink cultuur lopen opsnuiven; het boedhistische Borobudur en het
hindoeistische Pranbanan. Dit zijn beide twee grote tempelcomplexen die, vreemd genoeg, in hetzelfde tijdperk gebouwd zijn. Beide indrukwekkend, maar we zijn het unaniem over eens dat het voorlopig 1-0 voor de hindoes staat.

Om de rust weer beetje op te zoeken en om onze surf 'skills' nog meer te verbeteren, het volledige herbouwde Pangandaran opgezocht. Hoezo volledig herbouwd? Deze plek is weggevaagd door de tsunami van 2004. Misschien vraag je je af of ze nog iets geleerd
hebben van deze ramp? Bij een nieuwe tsunami wordt men, met behulp van 1 bordje, geadviseerd van het strand weg te rennen. Je kan zeggen wat je wil, maar dat hebben ze goed bedacht...

Onze laatste stop van Indonesie blijkt Jakarta te zijn. Hier hebben we het oude V.O.C. stadsdeel bekeken en Soeharto's 'laatste erectie' beklommen. Laatstgenoemde is de onafhankelijkstoren in het centrum van Jakarta. Doordat onze vlucht naar Kuala Lumpur tot twee keer toe 'geretimed' werd, hebben we 's ochtends de openingsceremonie van de nationale feestdag 'independance day' nog kunnen meepikken. Bij het paleis hield de president een zeer boeiende toespraak (ons indonesisch schiet een beetje tekort) gevolgd door volksliederen van de vele provincies. Na 2 prachtige liederen, stilletjes weggeslopen uit de hitte van Jakarta, op naar Maleisie.

We vinden het erg leuk dat jullie met ons meereizen, blijf dus vooral reageren! Momenteel zitten we (weer) in Kuala Lumpur, morgen vliegen wenaar Bangkok. Tot slot, we hebben een video geupload die zeker even de moeite waard is om te bekijken.

dua Bintang besar,
Erwin & Frank

Maleisisch Borneo

Dankzij de Filipijnen waren onze verwachtingen over openbaar vervoer, accomodaties en overige voorzieningen bijna tot het absolute nulpunt gereduceerd. Met Borneo in het vooruitzicht zou het vermoedelijk niet veel beter worden. Het was daarom een grote schok, bij het verlaten van het vliegveld, om het geluid te horen van optrekkende auto's, geasfalteerde wegen te zien, verkeersregels waar te nemen en in de verte neonverlichting te zien knipperen. Welkom in Kota Kinabalu!

Na 3 weken lang te zijn aangestaard, was het even wennen dat we ons konden voortbewegen in relatieve anonimiteit. Bij het passeren van een blanke: stil staan, grote ogen opzetten, mond open en vooral veel wijzen (en zachtjes om geld vragen).

In Kota K. hebben we besloten Gunung Mulu National Park te bezoeken en om Mount Kinabalu te gaan beklimmen. Na tickets geboekt te hebben en een slaapplek op de berg te hebben geregeld, op naar de woeste jungle.

Gunung Mulu is alleen te bereiken per vliegtuig. Dit betekende dus een overnachting op het vliegveld. Je moet immers wat over hebben voor je goedkope tickets (en belachelijke vliegtijden). Kennelijk zagen wij er zo zielig uit, op de betonnen vloer, dat straatkinderen op zoek gingen naar een stuk karton of zelf een stuk karton afstonden. Het is kennelijk makkelijk delen als je niks hebt. Na een heerlijk nachtje slaap, echt je voelt niks van zo een betonnen vloer als je op een stuk karton ligt, het eerste vliegtuig naar Miri gepakt. Hier, na een kort dutje, overgestapt op een andere kist om uiteindelijk in Mulu te arriveren.

Het eerste wat wederom direct opviel, is het professionalisme. In het hart van Borneo, midden in de jungle (ruiger vind je het niet), heb je keurige wandelpaden. Niks geen kapmes en junglehoedje (in mindere mate) nodig om een weg door de jungle te kunnen vinden.

Na met onze limousine te zijn afgezet bij ons 5 sterren hotel; een paar potjes gebiljard te hebben en een frisse duik te hebben genomen...(jajaja)...hebben we een aantal grotten bezocht. Als we onze gids, gewapend met een dozijn pijnlijk slechte grappen (hij deed ons sterk aan iemand denken), mogen geloven, zijn deze grotten in 1977 per satelliet ontdekt door de Britten. Deze dubieuze verklaring valt te betwijfelen, het zou zomaar een van de 'grappen' van de gids kunnen zijn, maar tot op heden hebben we geen plausibelere verklaring gehoord. Het bijzondere van deze grotten is, dat men claimt dat ze de grootste ter wereld zijn.

Zodra we de grotten binnen kwamen, merkte we dat het er drupte. In het begin besteed je hier niet veel aandacht aan totdat je beseft dat het druppende 'water' wel erg zout smaakt. Inderdaad, 3 miljoen vleermuizen gaan niet netjes in de rij hangen om naar de w.c. te mogen. Afgezien van het feit dat je in een open riool staat, zijn deze grotten inderdaad indrukwekkend. Deze vleermuizen, bestaand uit 12 verschillende soorten, verslinden per avond 9 ton aan insecten. Erg jammer dat ze geen kakkerlakken vangen. Bij zonsondergang hebben we ze, ondanks heftige regen (waarom zou het toch een regenwoud heten?), zien uitvliegen. Een fantastisch gezicht.

De volgende dag was het tijd om beesten te spotten. Daarvoor zit je immers in de jungle. Door vroeg op te staan en stilletjes te lopen, hoop je een paar beesten te kunnen verrassen. Dit bleek een kansloze missie te zijn (niet alleen ondanks het 'stille lopen'). Verder dan een bult insecten, de door F gespotte hamerkop...worm...,suicidale gekko, dikke slak, giftige boom, en 3 hornbills (neushoornvogels) ver boven de jungle zijn we niet gekomen. 'S avonds, als je er juist niet op zit te wachten, valt er in de gemiddelde hotelkamer meer variatie en diversiteit onder je kussen te vinden.

Terug in Kota K. voorbereidingen getroffen voor het beklimmen van Mount Kinabalu (4096 meter hoog). Twee regenjassen gekocht voor de prijs van vier (ja, dat staat er goed) en wat verlichting (ook dezelfde goede deal). Damn.

Tijd voor de klim. Met een busje zijn we afgezet op de voet van Mount Kinabalu op 1800 m hoogte. In het begin voelde dit een beetje als valsspelen. Het werd al snel duidelijk dat we de volgende keer meer moeten valsspelen. Na een aantal uur, samen met 2 fransen, in de regen ons omhoog te hebben geworsteld, op zoek naar een grote M op een paal, aangekomen in Laban Rata (3400 m). Hier hebben we wat gegeten en snel een dutje gedaan want de klim zou verder gaan om 2 uur 's nachts. Het was van belang dat het weer zou opklaren, anders zou het te gevaarlijk zijn om naar Lows Peak te klimmen. Na een aantal windjes, hielden de wolken het voor gezien en kon de tocht voortgezet worden (door 1 persoon in korte broek). Na een steeds moeizamere tocht, waarbij lichte verschijnselen van hoogteziekte optraden (misschien kan Het humane fysiologie wonder hier ons meer over vertellen op het forum?) uiteindelijk Lows Peak (4096 m) bereikt. Na een uur te wachten in een winderige omgeving, nog steeds 1 persoon in korte broek maar inmiddels met trui, werd de zon ook eindelijk wakker. Dit leverde een fantastisch panorama op.

Dan begint het vervelendste gedeelte, terug naar beneden. Na een gruwelijke afdaling van 7 uur, terug op de parkeerplaats. Onderweg besef je dat je eigenlijk geen reden tot klagen hebt. Sherpa's passeren je met een lading van meer dan 40 kilo op hun rug, om Laban Rata te bevoorraden. Absurd.

Na het beklimmen van de berg hadden we nog niet het gevoel klaar te zijn met Borneo. We moesten en zouden nog fatsoenlijke beesten spotten, op naar sungan (rivier) Kinabantangan. Na een verkeerde bus 'ja, we stoppen wel in Sukau' (bij de afslag 50 km verderop), een dag later toch nog aangekomen.

'S middags de rivier op geweest en binnen 2 seconden, het ene na het andere boeiende beest voor het oprapen. Zelfs vogels zijn hier gaaf. Ons lijstje bevatte onder andere: een big ass oerang-oetan, grote hagedis, F beweerde een hamerkopworm te zien, makaken, neusapen, papegaaien, hornbills en ander gevogelte 's avonds op de barbeque.

Aangezien het grote succes, hebben we al onze overgebleven Ringits bij elkaar gelegd om 's avonds nog een boottocht te kunnen maken. Kom maar op met die krokodillen! Helaas, deze zijn niet gevonden maar wel uilen, wasbeerachtig beest (de bioloog komt op dit vlak ernstig te kort) en slapende vogels. Bovendien zag onze gids, begeleidt door een bouwlamp, vanaf de andere kant van de rivier een wildcat. Na een tocht van 10 minuten, deze zogenaamde wildcat genaderd tot op 50 cm afstand. Het enige probleem was dat niemand, behalve de gids, dit beest zag. We hebben een mooie foto gemaakt van deze wildcat, oftewel een goed belichte struik.

Hoogtepunt van de avond werd verzorgd door een vogel. Deze vogel deed rustig een dutje op een tak boven de rivier, totdat de gids hem spotte. Geirriteerd en vermoedelijk gedesorienteerd door het licht, hield deze vogel het na een minuutje voor gezien. Na een stoere afsprong van zijn tak, klapte dit beest zo op het water. Sindsdien is er niks meer vernomen van deze vogel. Blijf vooral geld overmaken naar het Wereld Natuur Fonds zouden we zeggen. 'S avonds de kamer gedeeld met een chinees; overdag een rustige jongen, 's nachts een snurkend monster.

Na een goede nachtrust, hebben we een tip van een Deens meisje opgevolgd. Ze wist ons te vertellen dat in de buurt van warmwaterbronnen, op een vast tijdstip, een wilde oerang-oetang gevoerd zou worden. Na te hebben ontspannen in deze warmwaterbronnen, het valt te betwijfelen waar je nou eigenlijk precies in zat, inderdaad de oerang-oetang gevonden. Na een aantal minuten alleen te hebben doorgebracht met dit beest, werden onze intieme momenten wreed verstoord. Een paar busjes met opdringerige Duitsers 'You must follow Protocol' deden hem doen vertrekken.

Tot slot bleek E's camera op het vliegveld, wachtend op de vlucht naar Bali, niet zo te doen (be)vallen...

Momenteel zitten we op Flores (indonesie), op zoek naar de Komodo draken. Werkelijk alles gaat hier stuk of valt uit. Dit is inmiddels de 2e poging op dit verhaal te kunnen plaatsen. Morgen gaan we ook voor de 2e keer proberen op Rinca te komen, om de Komodo draken te spotten (de boot begaf het vandaag..) wordt vervolgd...

Statistieken na Borneo
F gevallen: 4 (beentjes in de lucht en plat op het kontje)
E gevallen: 3 (slechts..)
Aantal werkende camera's: hum...

Filipijnen 2

Daar zijn we weer!
Ten eerste, bedankt voor de reacties! Het is fijn gevoel om te merken dat jullie betrokken zijn bij onze reis. Onze dank hiervoor.

Ow ja, waar zaten we ook alweer? In Donsol waar geen walvishaaien meer bleken te zitten. Voor we verder gaan, eerst nog wat informatie over het land. De amerikanen hebben rond 1900 de spaanse kolonisten verdreven uit de Filipijnen. In plaats van de onafhankeiljkheid uit te roepen, bleven de amerikanen rond hangen tot na de Tweede Wereldoorlog. Deze invloed is duidelijk merkbaar; behalve de jeepneys, hebben ze grote luxe shopping malls (wat een feest!), is basketbal de meest beoefende sport en engels de voertaal. De pinoys zelf zijn een vriendelijk (lachend) volk, die zodra ze de kans hebben aan het smsen zjin, dutjes doen of luidkeels aan het karaoken zijn.

Genoeg geschiedenis, op naar Mount Mayon. Een van de actiefste vulkanen ter wereld! Klinkt spannend? De werkelijkheid viel een beetje tegen want er hing een grote wolk voor...Toch explodeerde er iets in Legaspi, gelegen aan de voet van de vulkaan, genaamd Frank. Aangezien er geen wc-papier was, werd er heftig gedweild met een schriftje.

In legaspi hebben we besloten een nachtbus, met airco, te nemen naar Manilla. Ze waren zo trots op hun airconditioning, dat ze de temperatuur terug brachten naar koelkast niveau. Daar zit je dan in je t-shirt en korte broek..Elf lange uren later kwamen we aan in Manilla, en hier besloten we nog maar een busrit van 6 uur erachteraan te gooien naar Baguio. Na een flinke middagdut, 's avonds gratis biertjes gedronken in de bar Rumours. Gratis?! Ja..het bleek weer een gezellige gaybar te zijn...(Hoe herken je ze aan de buitenkant?) Om de avond af te sluiten, werden we getrakteerd op een lokale delicatesse, genaamd balug oftewel eendenembryo in de dop (zie foto). We hopen dat de Christenunie hier geen kamervragen over gaat stellen. Na een aantal gratis slaapplekken te hebben afgewezen terug naar de kamer.

Volgende dag 7 uur in de bus naar Sagada, op zoek naar de rijstvelden. Aan de lokale bevolking te zien, moet het ijskoud zijn in Sagada. Veel mutsen, winterjassen en bontkragen komen voorbij op de lokale markt. Bij het verlaten van de bus, blijkt het een heerlijke (Nederlandse) zomerse avond te zijn. In Sagada was het eindelijk tijd voor actie, buiten de gaybar om, de cave connection tour. Begeleid door een gids, gingen we met touw en olielamp het donkere hol in. Na enkele meters bleek de grot dood te lopen, onze gids vond echter van niet. Keer op keer dirigeerde onze kleine vriend ons door steeds kleiner wordende passages. De tocht duurde enkele uren waarbij, zoals het hoort in de Filipijnen, de olielamp het begaf. E had gelukkig een zaklamp bij zich (bedankt Wouter!!). Onderweg zijn enkele bijzondere rotsformaties gespot: de bloemkool, een zwangere vrouw, heks, man van de zwangere vrouw en een olifant. Je moet toch iets als je als gids constant door de grotten loopt.,.Na een kop thee met Bin Laden vervolgens de grot weer verlaten. 'S avonds bleek de ondergrondse rivier wat te veel van het goede te zijn voor F's immuunsysteem.

Na Sagada, verder afgereisd naar Banaue. Als je in de Filipijnen Banaue zegt, zeg je rijstveld. Terecht, hier hebben 3000 jaar geleden, een stel gekken, gigantische rijstvelden uit de bergen gehakt (stairway to heaven). De volgende dag bleek alleen het bekijken van de rijstvelden al zeer vermoeiend te zijn, laat staan dat je moet werken op zo een veld (dat komt zeker niet door de arbo-keuring). 'S avond weer een nachtbus met airco genomen naar Manilla. F ditmaal in een warme trui. E in een t-shirt en korte broek, die gokte op dekens die er niet bleken te zijn.

Aangekomen in Manilla, om 3 uur 's nachts, wat ga je dan als eerst doen? Juist, met de metro naar het shoarmacentrum! F was zo gefocused op de shoarma dat hij een stuk straat met drogend beton over het hoofd zag, terwijl het echt onwijs duidelijk aangegeven stond.. Als een stel gare sateetjes vervolgens een slaapplek gezocht. Na een flinke ochtend/middag dut hebben we ons best gedaan een paar mooie stukjes van Manilla te vinden. De roots van de stad zijn gevestigd door een Spaans fort, genaamd intramuros, dit gedeelte bleek over enige charme te beschikken. Na een korte pitstop in het shoarmacentrum, hebben we 's avonds de louge kant van Manilla opgezocht.

Om alle gaybars te compenseren, zijn we een cafe binnengestapt dat bekent staat om zijn GRO's. Dit staat voor Guest Relation Officer die het oudste beroep van de wereld uitoefenen. De bar bleek vol oude blanke viezeriken (sorry lezers!) te zitten, omringd door talloze jonge meisjes. Na 2 stappen binnen gezet te hebben, werden we belaagd. Na een aantal souvenirs te hebben afgeslagen, zijn we weer vertrokken. Buiten op straat liggen straatkinderen, of complete families, op een stuk karton te slapen, terwijl een straat verderop de vuilniszakken worden opengescheurd op zoek naar nuttige dingen. Ook dit is de Filipijnen.

Volgende dag 'vertrokken' van Manilla naar Kota Kinabalu. Onze Filipijnse vrienden wouden ons graag langer houden. Waar E het lukt geld voor treinkaartjes in Nederland bij elkaar te krijgen, blijkt de terminal fee (600 pesos p.p...een verdubbeling van de ticketprijs..) een te groot obstakel. Pinautomaten op het vliegveld offline, F's reserve (euro)geld wordt niet geaccepteerd. Waardoor een spoedtransactie bij een bank verderop moest worden gedaan. Na een paar keer kloppen op de vliegtuigdeur, ging hij open en sluiten wij hier de Filipijnen af om verder te gaan in Maleisie.

Momenteel zitten we weer in Kota Kinabalu. Net terug vanuit Gunung Mulu National Park maar dat bewaren we nog tot de volgende keer.

Tot slot nog even de statistieken:
E gevallen: 3
F gevallen: 2 (als traptredes individueel zouden meetellen zou frank op 12 staan)
Diarree gevallen: In goed overleg hebben we besloten deze rubriek te stoppen.
Gaybars: 2
Schone onderbroeken: morgen moet nodig de was worden gedaan...